Noem de vier verbindingsmanieren van alinea's en geef er informatie bij.

  • - een signaalwoord(groep):
    Signaalwoorden staan meestal aan het begin van een alinea. Ze geven niet alleen aan dat er een verband is, maar ook wat voor soort verband, bijvoorbeeld tegenstellend of opsommend.

    - een herhaling van een woord(groep):
    Aan het begin van een nieuwe alinea worden woorden of woordgroepen uit de vorige alinea herhaald. Dat kan een letterlijke herhaling zijn, maar ook een herhaling met behulp van een synoniem (fiets - rijwiel).

    - een overgangszin met een verwijzend woord:
    Overgangszinnen zijn samenvattende zinnen aan het begin of einde van een alinea. Ze bevatten meestal een verwijzend woord zoals: deze, die, dit, dat, dergelijke, zulke.


    - een aankondigende zin:
    In een aankondigende zin geeft de schrijver aan wat de lezer nog mag verwachten in het vervolg.

    Rapporteer Plaats commentaar