Noem de vier krachten die kracht uitdrukt op de tanden en de kiezen:
Eruptie kracht: duwt tanden en kiezen uit de kaak, zorgt ervoor dat een kies of tand omhoogkomt. Is min of meer constant (blijft altijd in een lichte kracht aanwezig)
Occlusie kracht: werkt de eruptie kracht tegen, houdt het omhoogkomen van de tanden tegen. Is niet constant. Bijvoorbeeld bij het eten van een appel. Z
Tongdruk: aan de kant van de tong. Oefent een stevige kracht uit op de tanden en kiezen. Is niet constant. Bijvoorbeeld bij kauwen en slikken.
Faciale druk: aan de kant van de wangen. Geeft tegen druk aan de tong, constante druk. Dit is een lichte druk maar wel aanwezig.