Interactiehypothese: Hoe meer er gecommuniceerd wordt ( extern), hoe hechter de groep wordt( intern).
Sociometrische benadering( sociale aspect)
2. Systeembenadering
Groepen een systeem die altijd evenwicht zal proberen te herstellen.
Hiervoor ontstaan systeem regels.
Het geheel is meer dan de som der delen.
3. Sociale psychologie (Cognitieve opvattingen)
Cognitieve dissonantietheorie: Mensen handelen anders dan dat ze denken( ik weet dat roken ongezond is, maar doe het toch).
Sociale vergelijkingstheorie: Iemand anders volgen, omdat er geen tegenstrijdige regel is. —> Hierdoor ontstaat naderhand de sociale werkelijkheid. Dit is de waarheid die alle leden van de groep kennen en niet anders accepteren.
4. psychoanalytische benadering
Afweermechanisme van groepen/ erbij willen horen—> omdat zei dezelfde mening hebben.
On(der)bewuste van groepen Diepteniveau—> latente: Wel aanwezig en niet uiten. bevind zich net onder de oppervlakte. Oppervlakteniveau —> manifeste: zien en uiten. Direct zichtbaar.