Noem de vier benaderingen die hebben bijgedragen aan het onderzoek en begrip van leiderschap.

1) Trekkenbenadering: gericht op het vaststellen van de persoonlijke kenmerken van goede leiders. 'Wie zal een goede leider zijn?'
2) Gedragsbenadering: gericht op het vaststellen welke vormen van gedrag van leidinggevenden effectief zijn. 'Wat doen goede leiders?'
3) Contingency benadering: gaat ervan uit dat goed leiderschap een afspiegeling is van de wisselwerking tussen de persoon, zijn/haar gedrag en de situatie. 'In een gegeven situatie, wie zal een goede leider zijn en welk gedrag is het meest effectief?'
4) The leader-member exchange theory en de charismatische benadering: gericht op de relatie tussen de mdw's en de lg. 'Hoe beïnvloed de interactie tussen de mdw en de lg het gedrag van de mdw?'