Noem de vier aspecten van conditioneren + uitleg en/of voorbeelden

1. Herhaling 
Een associatief leerresultaat is afhankelijk van de mate waarin een stimulus-responsactie wordt herhaald. Bij klassieke conditionering ligt deze frequentie hoger door het onbewuste karakter van het leren. 

2. Bevestiging 
Een beloning zal de consument bevestigen in de juistheid van zijn gedrag. 
Drie mogelijkheden: 
- algemeen bevestigingsschema > bv. twee maanden lang 10% korting op bepaald merk
- specifiek bevestigingsschema > bv. elke tweede, vijfde, tiende respons wordt beloond
- variabel bevestigingsschema > Elke deelnemer heeft een kans. bv aan de onderkant van bierdopjes afbeeldingen, 5 dezelfde afbeeldingen waren goed voor een prijs. 

3. Generalisatie 
Speelt vooral een rol bij klassieke conditionering. 
In het geval van het Pavlov-experiment reageerde de hond hetzelfde bij 10 verschillende soorten gerinkel, dit hoeft dus niet één belletje te zijn. In de marketing zie je dit terug bij bijvoorbeeld Radler: men wilde naar aanleiding van de Bavaria reclame Radler op een zomerse dag, maar of deze nou van Bavaria of Amstel was maakte niet uit. 

4. Discriminatie
Speelt vooral een rol bij instrumentele conditionering. 
Een discriminerende stimulus moet effect hebben vóór het koop- of communicatiegedrag.
Logo's, merksymbolen, slogans of uniformen kunnen als onderscheidende stimuli dienen.