Noem de verschillende plaatsen in het lichaam waar we injecties kunnen toedienen? (afkorting, Latijnse benaming en in het Nederlands)
sc = subcutaan = onder de huid id = intradermaal = in de huid im = intramusculair = in de spieren iv = intraveneus = in een ader ip = intraperitoneaal = in de buikholte
Enkel minder gangbare injectieplaatsen intracardiaal = in het hart intra-arterieel = in een slagader intrathoracaal = in de borstholte epiduraal, sacraal = in de holte rond het ruggenmerg ('ruggenprik')