Noem de verschillende partijen + van elk een voorbeeld:

    1. Afnemers: veranderende behoeften van afnemers
    2. Leveranciers:  minder voorraad in huis en  internationale concurrentie (goedkoper)
    3. Concurrentie: Speel ruimte op de markt
    4. Vermogens verschaffers: tevreden houden, maar meestal is dit RvC
    5. Werknemers: belangrijkste spil binnen organisatie. Zij moeten de producten maken en zij moeten tevreden gehouden worden
    6. Belangenbehartigings organisaties: organisaties van werknemers en werkgevers
    7.  Overheidsinstellingen: de regels moeten worden nageleefd (inspectie, accountant enz.)
    8. Media: aparte afdelingen die de publieke opinie in de gaten houden

    Rapporteer Plaats commentaar