Noem de verschillende marktvormen

  • Monopolie: Slechts één aanbieder van een bepaald product in de markt.
    • Natuurlijk monopolie: Een aanbieder heeft het gehele aanbod van een bepaald product in handen.
    • Overheidsmonopolie: Wettelijke regelingen of op door de overheid verleende concessies.
    • Feitelijk monopolie: Het is voor andere producenten onmogelijk om marktaandeel te verwerven.



    Oligopolie: Er zijn slechts weinig aanbieders.
    • Homogeen oligopolie: Een beperkt aantal concurrerende aanbieders biedt een volkomen identiek product aan.
    • Heterogeen oligopolie: Een beperkt aantal concurrerende aanbieders biedt binnen een bepaalde productcategorie elk een variant aan.


    Monopolistische concurrentie: Veel aanbieders; het goed is heterogeen. Iedere aanbieder heeft een eigen klantenkring gevormd, of tracht dien te vormen.
    Volledige mededingen: Er zijn veel aanbieders en het goed is homogeen. De toetreding vaan de markt is transparant. 

    Rapporteer Plaats commentaar
  • 1. Monopolie
    2. Heterogeen oligopolie
    3. Homogeen oligopolie
    4. Volledige mededinging
    5. Monopolistische concurrentie 

    Rapporteer Plaats commentaar