Noem de verschillende behandelopties voor benigne tumoren
De behandeling van het
merendeel van de primaire benigne bottumoren is óf chirurgisch óf expectatief
(dat wil zeggen: in principe geen behandeling). Radiotherapie komt bij benigne
afwijkingen zelden in aanmerking.
Bij een marginale excisie -
uitpellen net om de reactieve wand van de tumor heen - kan in die wand
ingegroeid tumorweefsel achterblijven. Bij een curettage wordt de tumor opzettelijk
geopend en komt er dus zeker tumorweefsel in de wond. Toch blijkt een
dergelijke behandeling bij veel benigne afwijkingen voldoende te zijn, zeker
wanneer ze gecombineerd wordt met lokale adjuvante therapie, zoals
fenolapplicatie of cryochirurgie. Door het inspuiten van vloeibare stikstof
wordt beperkte necrose van de wand en van de directe omgeving van de tumor
verkregen, waardoor de kans op een lokaal recidief sterk wordt verminderd.
Fenolapplicatie heeft een soortgelijke werking door etsing. Ontstaat er toch
een recidief, dan zal een ruimere reoperatie moeten worden uitgevoerd.