Noem de twee verschillende aanslagen. Geef bij alle twee de aanslagen voor welke belasting ze bedoeld zijn en leg verder uit.

  • 1) Aanslagbelasting is voor inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Er volgt een aanslag n.a.v. de aangifte.
    2) Aangiftebelasting is voor loonbelasting en omzetbelasting. Hier moet men gelijk met de aangifte de belasting betalen.

    Rapporteer Plaats commentaar