Noem de twee typen die DSM-IV-TR onderscheidt. 

  • Type 1: psychische factoren spelen een belangrijke rol in het ontstaan, de ernst, de toename of het voortduren van de pijn. 

    Bestaande lichamelijke aandoening speelt NIET de hoofdrol in het begin of bij de ontwikkeling van de pijnklachten. 

    Type 2: Zowel psychische factoren als een lichamelijke aandoening hebben een belangrijke invloed op de pijn. 

    DSM-IV-TR maakt ook onderscheid tussen: 
    Acute vorm van de pijnstoornis: tijdsduur minder dan zes maanden. 

    Chronische vorm: klachten houden langer dan een half jaar aan. 

    Rapporteer Plaats commentaar