Noem de twee modellen aan de hand waarvan de symptomen van afasiepatiënten  beschreven worden.

    • Akense Afasie test (Fig. 9.3): De vijf onderzochte symptomen in deze test komen bij alle afasietypen voor en de symptomen verschillen daarin slechts kwantitatief (in ernstigheid), waarbij van ernstigheid van hoog naar laag: Globale - Wernicke - Broca - Amnestisch

    • PALPA model: Beschrijft het taalsysteem als een verzameling hooggespecialiseerde verwerkingsmodules, die ieder afzonderlijk kunnen wegvallen, met een ondubbelzinnig symptoom als resultaat. Door symptomen nauwgezet te identificeren, kan achterhaald worden welke routes zijn aangetast. Er is overigens niet bij ieder component een neuraal substraat geïdentificeerd. (Fig. 9.4)

    Rapporteer Plaats commentaar