Noem de twee hypothesen waarmee de toepassing van het natuurrecht in de politiek mogelijk werd.

  • 1) Aan de bestaande staat of maatschappij was een natuurstaat of natuurlijke toestand voorafgegaan, die gekenmerkt werd door het ontbreken van enige vorm van politieke organisatie. (Hobbes)
    Een primitieve vorm van samenwerking tussen vrije en gelijke individuen, waaraan omwille van zijn eigenbelang en om zijn bezit beter te kunnen beschermen een einde is gemaakt door de mens. (Locke)

    2) Besloten werd tot het stichten van een maatschappij waarin het gezag op een ordelijke en regelmatige manier werd uitgeoefend. Deze belangrijke transactie werd vastgelegd in een voor iedereen bindend verdrag waardoor er geen onzekerheid kon bestaat over de rechten en de plichten van de overheid en de onderdanen.
    [Sociaal contract]

    Conclusie: de staat die na het afsluiten van een sociaal contract ontstond, was een constructie opgebouwd uit rechten en vrijheden die ieder individu in de natuurstaat had bezeten.

    Rapporteer Plaats commentaar