1. Cultivation Theory --> invloed media op attituden --> media als werkelijkheid (cultivatie) op lange termijn en frequente blootstelling 2. Social Cognitive Theory --> gedragingen van jongeren --> observatie en imitatie (relavant, identificatie, aantrekkelijkheid, beloning) 3. Priming Theory --> perceptie en interpretatie van info in de omgeving --> schema's --> media kunnen schema's activeren (herhaling: versterking en toegankelijkheid schema's) 4. Media Practice Model --> actieve rol in selectie en interactie met media --> persoonlijke contexten --> wederkerige relatie tussen mediaselectie en media-invloed --> dynamisch en contextafhankelijk 5. Objectiveringstheorie --> psychologische consequenties en gezondheid 6. Sociale vergelijkingstheorie --> opwaarts, neerwaarts en neutraal
Internetgebruik: - STARS - negatievere fysieke- en seksuele zelf perceptie - SNS voor meisjes belangrijkste voorspeller - opvoedcontext (monitoring en regels)