Normaliseren gebeurt in stappen waarbij de zg. normaalvormen worden ontwikkeld:
Nulde normaalvorm (ONV) - model met alleen elementaire gegevens.
Eerste normaalvorm (1NV) - verwijdering van procesgegevens en het afsplitsen van herhaalde gegevens.
Tweede normaalvorm (2NV) - afsplitsen van gegevens die niet (functioneel) afhankelijk zijn van de gehele sleutel (key).
Derde normaalvorm (3NV) - afsplitsen van gegevens die ook afhankelijk zijn van niet-sleutelattributen.
Vierde, vijfde en zesde normaalvorm (4NV, SNV, 6NV) - hoewel verder normaliseren mogelijk is, is verder normaliseren dan tot en met de 3NV in de praktijk zelden nodig/nuttig.
Aanvullend op de hiervoor beschreven normalisatiestappen, worden tijdens het gegevensmodelleren ook de overtollige relaties (relaties die men ook op een andere manier kan afleiden) verwijderd.