noem de soorten transfer van kennis

  • - positief: als kennis een positieve invloed heeft op iets nieuws (leren van latijn helpt bij frans)
    - negatief: als kennis die je hebt je in de weg zit bij het leren van iets nieuws (kennis over schakelen in een automaat)
    - dichtbij: als taken oppervlakkig op elkaar lijken (2 rekenproblemen)
    - ver weg: als taken op elkaar lijken maar alleen als je weet waar je naar moet kijken (rekenprobleem in een verhaaltjescontext en een rijtje sommen)
    - specifiek: specifieke kenmerken van ene taak pas je toe in andere (maak tabellen bij rekenproblemen)
    - algemeen: je leert iets en je leert daar de algemene principes uit die je toepast in een bredere context. taken hoeven niet op elkaar te lijken (vat eerst iets voor jezelf samen voordat je ermee gaat werken)
    - verticaal: opbouw van kennis: je kunt het een pas leren als je het ander begrijpt (relatie met bloom)
    - lateraal: het een beinvloed het ander maar het hoeft niet: het leren van latijn kan helpen bij frans maar je kan ook frans leren zonder latijn gehad te hebben

    Rapporteer Plaats commentaar