Noem de organisatieniveaus.


  • 1.Molecuul: bouwstenen van stoffen (bv DNA)
    2.Organel: onderdeel van een cel met een speciale functie
    3.Cel
    4.Weefsel: cellen in meercellig organismen met dezelfde vorm en functie
    5.Orgaan: Deel van een organisme met een speciale functie
    6.Organisme
    7.Populatie: groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied
    8.Levensgemeenschap: bestaat uit verschillende populaties van verschillende soorten
    9.Ecosysteem: Bv een bos. Dit bestaat uit levende (biotisch) en niet-levende natuur (abiotisch).
    10.Biosfeer/systeem aarde: Geheel aan ecosystemen op aarde.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Het individu
    De populatie: aantal dieren van 1 soort.
    Levensgemeenschap: alle levende dieren in een   
    Het ecosysteem: begrenst gebied
    Biosfeer/systeem aarde

    Rapporteer Plaats commentaar