Noem de organen/structuren die boodschapperstoffen uitzenden.
- Elk afzonderlijke cel kan verschillende boodschapperstoffen uitzenden, die aangrenzende cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels op de hoogte kunnen brengen van hun noden en bevindingen. Deze boodschapperstoffen zetten aan tot bepaalde activiteiten of remmen juist af. - Weefsels, die in staat zijn boodschapperstoffen uit te zenden. Bv hormoon gastrine, dat door maagwandcellen wordt gemaakt en waardoor de alvleesklier en de maag wordt aangezet om meer verteringssappen uit te scheiden of het hormoon renine dat door cellen van de nieren wordt gemaakt. om de bloeddruk te verhogen, doordat het de bloedvaten doet vernauwen en de urineproductie doet verminderen. - Organen, die het afgeven van boodschapperstoffen als hoofdfunctie hebben. Schildklier -> hormoonproducerende organen en worden tot het hormoon- stelsel genoemd. Organen die dit als minder belangrijke functie hebben -> weefselhormonen. - Enkel de boodschapperstofjes die door afzonderlijke cellen worden afgescheiden worden niet tot de hormonen gerekend.