Noem de onrechtmatigheidsgronden van art. 6:162 lid 2 BW.

  • a. strijd met wettelijke plicht (wet/avv/verplichting uit vergunning);
    b. inbreuk op een recht (een aan een ander toebehorend recht (subjectief)), onder inbreuk wordt verstaan: 1. verrichten van een handeling waartoe uitsluitend de rechthebbende bevoegd is, 2. het belemmeren in of verhinderen van de uitoefening van een recht door de rechthebbende (hinder), het aantasten van een voorwerp waarvan een ander rechthebbende is (arresten: Breda-Nijs, Taxusarrest, Maas-Willems);
    c. strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt (zorgvuldigheidsnorm).

    Rapporteer Plaats commentaar