Noem de onderdelen van een geschematiseerde functieanalyse.
(1) De respons, het doelgedrag; (2) de Sr-representatie van de verwachte bekrachtigende stimuli; (3) de associatie van het door de cliënt veronderstelde verband tussen R en Sr; (4) de door de cliënt waargenomen discriminatieve stimulus (de Sd); (5) de feitelijke consequenties die ervoor zorgen dat het gedrag problematisch is.