Noem de onderdelen van de filosofie en beschrijf ze kort.

  • 1.   Logica is de leer van het correcte redeneren en dus geldige gevolgtrekkingen
    2.   Epistemologie, de kenleer, wat het wil zeggen iets te kennen. Wat is kennis?
    Wat is de bron of de oorsprong van de kennis? Kennis kan komen uit rationalisme (kennis komt uit ons denken), maar ook uit empirisme of sensualisme (ervaringsgegeven via zintuigen). Het realisme (de werkelijkheid bestaat onafhankelijk van ons) en idealisme (de menselijke geest) bouwt een werkelijkheid.
    3.   Wetenschapsleer, wat is wetenschappelijke kennis vs niet wetenschappelijke kennis (soort sub epistemologie)
    4.   Wijsgerige antropologie. Wat is de mens? Waardoor kenmerkt de mensen zich, waardoor onderscheidt de mensen zich van het dier? Heeft de mensen een vrije wil of wordt hij door omstandigheden en aanleg bepaald? Zijn lichaam en geest één?
    5.   Ethiek: waarden en normen die ons gedrag bepalen, dan wel zouden moeten bepalen. Goed en kwaad. Normen worden in de ethiek ontleend aan het denken, aan de godsdienst, aan de natuur, of aan de geschiedenis? Of ieder voor zich?
    6.   Esthetiek, hier gaat het om de vraag wat mooi en wat lelijk is.
    7.   Metafysica. Abstracte filosofische vragen, metafysica komt van Aristoteles een leerling van Plato. Vragen over niet-zintuigelijke en bovennatuurlijke, als wat bedoelen we met de term god? Ziel?
    8.   Ontologie betekent zijnsleer. Die kijkt naar het verschil tussen het bestaan van een groep gelijkdenkende mensen versus het bestaan van een politieke partij. Die laatste die kun je fysiek niet makkelijk aanwijzen.
    9.   Sociale en politieke wijsbegeerte. hier wordt nagedacht over de vraag hoe een maatschappij moet worden ingericht.

    10.   Je kan de filosofie als een systematische wijze van denken bestuderen, maar je kan ook de geschiedenis van de filosofie en haar filosofen bestuderen.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • 1.   Logica is de leer van het correcte redeneren en dus geldige gevolgtrekkingen. Het gaat niet om de inhoud of de waarheid van de redenering, maar enkel om de geldigheid.
    2.   Epistemologie, de kenleer, wat het wil zeggen iets te kennen. Wat is kennis? 
    Wat is de bron of de oorsprong van de kennis? Kennis kan komen uit rationalisme (kennis komt uit ons denken), maar ook uit empirisme of sensualisme (ervaringsgegeven via zintuigen). Het realisme (de werkelijkheid bestaat onafhankelijk van ons) en idealisme (de menselijke geest) bouwt een werkelijkheid.
    3.   Wetenschapsleer, wat is wetenschappelijke kennis vs niet wetenschappelijke kennis (soort sub epistemologie)
    4.   Wijsgerige antropologie. Wat is de mens? Waardoor kenmerkt de mensen zich, waardoor onderscheidt de mensen zich van het dier? Heeft de mensen een vrije wil of wordt hij door omstandigheden en aanleg bepaald? Zijn lichaam en geest één?
    5.   Ethiek: waarden en normen die ons gedrag bepalen, dan wel zouden moeten bepalen. Goed en kwaad. Normen worden in de ethiek worden ontleend aan het denken, aan de godsdienst, aan de natuur, de geschiedenis? Of ieder voor zich?
    6.   Esthetiek, hier gaat het om de vraag wat mooi en wat lelijk is. 
    7.   Metafysica. Abstracte filosofische vragen, metafysica komt van Aristoteles een leerling van Plato. Vragen over niet-zintuigelijke en bovennatuurlijke, als wat bedoelen we met de term god? Ziel? 
    8.   Ontologie betekent zijnsleer. Die kijkt naar het verschil tussen het bestaan van een groep gelijkdenkende mensen versus het bestaan van een politieke partij. Die laatste die kun je fysiek niet makkelijk aanwijzen.
    9.   Sociale en politieke wijsbegeerte. hier wordt nagedacht over de vraag hoe een maatschappij moet worden ingericht.

    10.   Je kan de filosofie als een systematische wijze van denken bestuderen, maar je kan ook de geschiedenis van de filosofie en haar filosofen bestuderen.

    Rapporteer Plaats commentaar