Noem de nadere beginselen van democratie, de Liberale rechtsstaat en de Sociale rechtsstaat.

  • Democratie:
    a. Beslissen door algemeen vertegenwoordigde organen;
    b. Kiesrecht;
    c. Politieke verantwoordelijkheid;
    d. Decentralisatie;
    e. Inspraak;
    f. (Politieke) burgerschapsrechten;
    g. Openbaarheid.
    Liberale rechtsstaat.
    a. Wetmatigheid;
    b. Machtsverdeling;
    c. Grondrechten;
    d. Rechterlijke controle;
    e. Voorlichting.
    Sociale rechtsstaat.
    Deze nadere beginselen zijn beperkt doordat democratisch gelegitimeerde organen zelf beleidskeuzes en prioriteiten moeten kunnen stellen:
    a. Effectiviteit;
    b. Doelmatigheid.

    Rapporteer Plaats commentaar