Noem de laatste zes hersenzenuwen en beschrijf ze.

    • VII nervus facialis (aangezichtszenuw): gemengd > het motorische gedeelte zorgt voorde innervatie van de gelaatsspieren (belangrijk voor de mimiek); het sensorische gedeelte zorgt voorde innervatie van de smaak (tweederde deel van de tong). Bovendien zijn er parasympatische gedeelten voorde innervatie van de traanklieren en speekselklieren (onderkaak- en ondertongspeekselklieren)
    • VIII nervus vestibulocochlearis (gehoor- en evenwichtszenuw): sensorisch > bestaat uit:
      • nervus choclearis (gehoorzenuw)
      • nervus vestibularis (evenwichtszenuw): de belangrijkste takken van deze zenuw eindigen in het cerebellum.
    • IX nervus glossopharyngeus (tong-keelzenuw): gemengd > het motorische gedeelte innerveert oa de spieren van de keelwand en de larynx (strottenhoofd). De sensorische takken zorgen voorde innervatie van het smaakzintuig (achterste eenderde deel van de tong) en van de gevoelszintuigen op het achterste gedeelte van de tong en in de wand van de keelholte. Ook de drukgevoelige sensoren in de sinus caroticus (verwijding in de halsslagader) worden door deze zenuw verzorgd. Parasympatische gedeelten innerveren de glandula parotidea (oorspeelkselklieren).
    • X nervus vagus (zwervende zenuw): gemengd > zwerft buiten het hoofd. Het is een belangrijke parasympatische zenuw die de vegetatieve organen van hals, borst en bovenbuik innerveert (par. 6.10.2). Een belangrijke zijtak van de nervus vagus is de nervus (laryngeus) recurrens die behoort tot het willekeurige gedeelte van de nervus vagus en zorgt voor de innervatie van de slikspieren en de stembandspieren. 
    • XI nervus accessorius: motorisch > zorgt voor de innervatie van de musculus sternocleidomastoideus (schuine halsspier) en de musculus trapezius (monnikskapspier). 
    • XII nervus hypoglossus (ondertongzenuw): motorisch > zorgt voorde innervatie van de tongspieren. 

    Rapporteer Plaats commentaar