1. kosten grond: als vestigingsplaats(waardevast), als leverancier delfstoffen(afschrijven) 2. kosten grond en hulpstoffen: grondstof is zichtbaar in eindproduct, hulpstof niet. 3. kosten van arbeid. 4. kosten van diensten. 5. kosten belastingen: kostverhogend (WB,OZB), incasseerder (Ob), winst (IB, VpB) 6. kosten duurzame productiemiddelen: op afschrijven. 7. financieringskosten: alles wat samenhangt met het aantrekken en gebruiken van vermogen.