Noem de kenmerken van iemand met een borderline persoonlijkheidsstoornis



  • Borderline-persoonlijkheidsstoornis

    Er zijn in de psychiatrie verschillende opvattingen over de borderline-persoonlijkheidsstoornis. Het lijkt een populaire diagnose te zijn, die vaak wordt gegeven aan zorgvragers met wie moeilijk afspraken te maken zijn, die een moeilijke persoonlijkheid hebben en die veel geduld vragen. Bekende psychiaters geven aan dat voorzichtigheid is geboden in het hanteren van de diagnose ‘borderline’. Borderline betekent letterlijk ‘grens’. Zorgvragers met deze stoornis kenmerken zich door een grote instabiliteit. Hierbij schieten ze tussen twee uitersten heen en weer. Deze wisselwerking heeft betrekking op verschillende gebieden, namelijk:

    • cognitieve functies:

    • een heel positief zelfbeeld afgewisseld met een heel negatief zelfbeeld


    • affectieve functies:

    • van heel opgewekt tot zwaar depressief
    • labiele stemming

    • conatieve functies:

    • volledig opgaan in persoonlijke relaties, van idealisering tot volledige afwijzing van anderen


    • impulsiviteit

    Zorgvragers met een borderline-persoonlijkheidsstoornis zijn onvoorspelbaar in hun emoties en stemming. Het ene moment zijn ze opgewekt en het volgende heel depressief. In het laatste geval is de kans op zelfdoding reëel. Impulsiviteit is ook een van de kenmerken van de borderline-persoonlijkheidsstoornis.
    Ook in relaties zijn zorgvragers met een borderline-persoonlijkheidsstoornis instabiel. Ze kunnen iemand het ene moment idealiseren en het volgende moment volledig afwijzen. Veel zorgvragers met een borderline-persoonlijkheidsstoornis hebben zelf een grote angst om afgewezen te worden. Door anderen eerst af te wijzen, voorkomen ze dat een ander hen laat vallen. Het zelfbeeld van zorgvragers met een borderline-persoonlijkheidsstoornis kan nogal wisselen. Het kan heel positief zijn, maar ze kunnen ook heel negatief over zichzelf denken. Vaak komt hier een enorme woede bij kijken. Deze woede kunnen ze op een ander richten, maar richten ze ook op zichzelf. In combinatie met een laag zelfbeeld leidt dit soms tot automutilatie en (pogingen tot) zelfdoding.
    Bij zorgvragers met een depersonalisatiestoornis hebben we gezien dat automutilatie gericht was op het herkrijgen van contact met zichzelf. Bij zorgvragers met een borderline-persoonlijkheidsstoornis is het ook vaak gericht op zelfvernietiging. Het komt voort uit een op zichzelf gerichte haat of het is een vorm van zichzelf in het hier en nu houden.

    Rapporteer Plaats commentaar