Noem de karaktertrekken van de codex Bezea, Byzantijnse en Alexandrijnse.
Bezea: meer uitlegvorm en westerse noninterpolatie (passages weggelaten) Byzantijns, koine of rijks-teskt: taalkundige veranderingen door nonnen die zelf Grieks spraken en theologische toevoegingen Alexandrijns-egyptische: weinig toevoegingen dus meest stabiel