Noem de juiste beschrijving bij de juiste afwijking.

1. Beroerte
2. Angina Pectoris
3. Atherosclerose
4. Congestive hartfalen
5. Aneurysma
6. Myocardial infarction (hartaanval)

A. Een uitstulping in een verzwakt deel van de ader of slagader. Als deze scheurt bij een belangrijke slagader kan de persoon sterven.
B. Als bloedtoevoer naar een deel van de hersenen stopt door trombose, of het afscheuren van de slagader.
C. De dood van hartspieren als gevolg van een blokkade in de slagader meestal door arteriosclerosis.
D. Een onderliggend probleem zoals ernstige arteosclerosis die de pompcapaciteit van het hart permanent verlaagt.
E. Sterke pijn en spanning op de borst, weinig schade, door beweging of stress.
F. Afzetten van vette plakken aan aderwanden welke zich verharden. De diameter en de elasticiteit van aderen wordt verlaagd, hierdoor verhoogd de bloeddruk.