- Primaire (persoonlijke banden) en secundaire groep (zakelijke relaties - sociogroups en psychogroups ( participeert in een groep, gaat banden aan) - Formele( zakelijke, werk en school, een leider ) en informele groepen ( vrienden, wisselen van leiderschap) - Lidmaatschappen( Een groep waarbij je formeel behoord) en referentiegroepen ( waarmee je mee participeer, associeer je mee) - Ingroups ( wij groep, waar je in zit) en outgroups ( tegenstander, een andere groep, hoeft niet altijd een zondebok te zijn)