Noem de drie polysachariden.

    1. Glycogeen (zit in dierlijke producten) = krijg je alleen binnen via vlees, wel weinig. Wordt vooral in je lichaam gemaakt als reserve. Zijn veel glucosemoleculen achter elkaar.
    2. Zetmeel (zit in plantaardige materialen zoals tarwe) = Veel glucosemoleculen achter elkaar in rijst, graansoorten, aardappel, erwten, bonen.
    3. Vezels (geven structuur aan planten. Niet alle vezels kunnen verteerd worden.) = Zit in al het plantaardig voedsel.

    Rapporteer Plaats commentaar
    1. Glycogeen (zit in dierlijke producten)
    2. Zetmeel (zit in plantaardige materialen zoals tarwe)
    3. Vezels (geven structuur aan planten. Niet alle vezels kunnen verteerd worden.)

    Rapporteer Plaats commentaar