Noem de drie historische indelingen

  • 1) vijf perioden (prehistorie, oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd,     moderne tijd)
    2) tien tijdvakken
    1. tijd van jagers en boeren,
    2. tijd van Grieken en romeinen,
    3.  tijd van monniken en ridders,
    4.  tijd van steden en staten,
    5.  tijd van ontdekkers en hervormers,
    6. tijd van regenten en vorsten,
    7. tijd van pruiken en revoluties
    8. tijd van burgers en stoommachines,
    9. tijd van wereldoorlogen en tijd van televisie en computer
    3) vijf soorten samenlevingen ( samenleving van jagerverzamelaars, de landbouwsamenleving, landbouwstedelijke samenleving, de industriële samenleving en de informatiesamenleving

    Rapporteer Plaats commentaar