Noem de drie gezichtspunten die bij de vaststelling van de redelijkheid en billijkheid worden gehanteerd. Noem tevens het relevante artikel.
Art. 3:12 BW geeft drie gezichtspunten: a. algemeen erkende rechtsbeginselen; b. de in Nederland levende rechtsovertuigingen; c. de maatschappelijke en persoonlijke belangen die bij het gegeven geval zijn betrokken.