Noem de drie dimensies van woordenschatkennis zoals Hendriksen (1999) deze benoemt:
1. partial-precise knowledge: ken je het woord oppervlakkig of weet je de precieze beschrijving. 2. depth of knowledge: kan je het woord plaatsen binnen een netwerk, labelen, linken, aan elkaar koppelen. Dat je al denkend tot de diepere betekenis komt. 3. receptive-productive: heb je kennis van het woord, of heb je kennis van het woord en kan je het ook echt gebruiken.