Noem de bevoegdheden die het eigendomsrecht aan de eigenaar verleent en de beperkingen die het objectieve recht daaraan stelt:

  • Art. 5:1 lid 2 bepaalt dat het de eigenaar vrijstaat van zijn zaak gebruik te maken. Dit gebruiksrecht valt uiteen in een genotsrecht en een beschikkingsrecht.


    Het recht op het genot van de zaak betreft alle feitelijke handelingen die uit het eigendomsrecht kunnen voortvloeien. Welk genot de eigenaar van de zaak heeft, hangt nauw samen met de aard van het object: de eigenaar van een huis geniet daarvan door het te bewonen.
    Tot het genotsrecht behoort tevens het recht op de vruchten van de zaak artikel 5:1 lid 3 BW.
    De eigenaar kan ook afzien van het genotsrecht bijvoorbeeld door zijn eigendom te verhuren. Aan het eigendomsrecht als zodanig verandert echter niets.


    Het beschikkingsrecht;
    geeft de eigenaar de bevoegdheid ten aanzien van zijn zaak rechtshandelingen te verrichten ( bijvoorbeeld overdracht van de zaak, het op de zaak vestigen van een beperkt recht zoals een pandrecht of een erfpachtrecht).


    Beperkingen van het eigendomsrecht door de wet

    Beperkingen door het ongeschreven recht

    Rapporteer Plaats commentaar