Noem de belangrijke casussen m.b.t. de always-somewhere or on-market approach:

    • De Groot: Het hvJ eiste dat de woonstaat van een buitenlandse werknemer 100% aftrek van persoonlijke omstandigheden toestond, ook al had die staat 66% van het inkomen vrijgesteld, omdat dit inkomen in het buitenland genoten werd.
    • Bosal: Het HvJ eiste de staat waar de M gevestigd was om financieringskosten van een niet-inwoner in aftrek toe te staan. De dividenden die de D uitkeerde, waren geen belastingsubject in de woonstaat van de M.
    • Marks&Spencer II: Het HvJ maakte een uitzondering op de regel dat de woonstaat vande M niet verplicht kon worden om buitenlandse verliezen van D in aftrek toe te staan, behalve als deze verliezen definitief waren geworden.
    • N. v. Inspecteur: Het HvJ verplichtte de ex-woonstaat van een geëmigreerde aandeelhouder om na-emigratie kapitaalverliezen op die aandelen in aftrek toe te staan.
    • Deutsche Shell: Een valutaverlies van een Italiaanse vi van een Duits bedrijf moest door Duitsland in aanmerking worden genomen. Het valutaverlies moet ergens aftrekbaar zijn, dus dan maar in Duitsland.  

    Rapporteer Plaats commentaar