Noem de algemene stelselvergelijking voor de vergelijking tussen het belastingregime van de dochtermaatschappij (deelnemingsvrijstelling) en het (normale) Nederlandse vennootschapsbelastingregime
Uitgangspunt is dat er sprake is van een naar Nederlandse begrippen reële heffing als het reguliere tarief van een winstbelasting ten minste 10% is. Als er verder geen sprake is van een bijzondere grondslagafwijking of andere afwijkingen die ertoe leiden dat de uiteindelijke heffing lager uitkomt dan 10%, is dus sprake van voldoende onderworpenheid.