Noem de algemene beginselen van behoorlijk bestuur - formeel

    1. legaliteitsbeginsel - Er is geen bevoegdheid zonder grondslag in wet of Grondwet.
    2. motiveringsbeginsel - De overheid moet haar besluiten goed motiveren: de feiten moeten kloppen en de motivering moet logisch en begrijpelijk zijn (art. 3:46 Awb).
    3. zorgvuldigheidsbeginsel - De overheid moet een besluit zorgvuldig voorbereiden en nemen: correcte behandeling van de burger, zorgvuldig onderzoek naar de feiten en belangen, procedure goed volgen en deugdelijke besluitvorming (art. 3:2 Awb).
    4. rechtszekerheidbeginsel - De overheid moet haar besluiten zó formuleren dat de burger precies weet waar hij aan toe is of wat de overheid van hem verlangt. Bovendien moet de overheid de geldende rechtsregels juist en consequent toepassen.
    5. vertrouwensbeginsel - Wie op goede gronden -bijvoorbeeld na een duidelijke toezegging- erop mag vertrouwen dat de overheid een bepaald besluit neemt, heeft daar ook recht op.
    6. verbod van willekeur (détournement de pouvoir)Er mag geen lichtere procedure worden gevolgd om tot een besluit te komen, wanneer daarvoor een met meer waarborgen omklede procedure openstaat.

    Rapporteer Plaats commentaar