Noem de acht eisen voor die Fuller stelde voor een goede wetgeving:
1-een wet moet een algemene strekking hebben 2-burgers moeten kennis kunnen nemen van de wet 3- wetgeving mag nooit met terugwerkende kracht gelden 4- de wet moet begrijpelijk zijn 5- het recht moet consistent zijn 6- het moet mogelijk zijn voor de burger om de wet na te leven 7- de wet mag niet voortdurend veranderd worden 8-rechtspraak moet plaatsvinden op basis van het geldende recht