Noem de 8 onderwerpen die omschreven staan in de Guidelines van Hill

  • Experimental Evidence – Causal effects zijn vastgesteld middels een RCT.
    Causaliteit is dan vaak sterk. Als er geen effect is, dus hypothese 0 wordt niet verworpen, dan betekent niet dat er geen sprake is van causaliteit.
     
    Temporality – Oorzaak gaat vooraf aan effect (donderslag komt na bliksemflits)
                   
    Strength of Association – sterke associaties zijn minder “toevallig”. Je wilt hierbij goed weten wat de interne validiteit is en welke onderzoeksdesign het is. En of er nog sprake is van andere associaties. Als er een kleine associatie wordt gedaan, betekent dit niet dat er geen sprake kan zijn van causaliteit. Er moet dan meer onderzoek gedaan worden of de onderzoeksgroep moet groter.
     
    Dose - Response – Higher dose gives more response/effect, maar dan goed kijken of er geen sprake is van confounding. Indien er geen uitkomst is in dosis en respons, dan kan het zo zijn dat de respons aan het “plafond” zit en daardoor geen causaliteit ontstaat, terwijl die wel kan bestaan.
     
    Biological Plausibility – Causal mechanism consistent with biological knowledge. Als deze aanwezig is, dan is er een grote kans op causaliteit.
     
    Consistency – Causal mechanism is same/similar across more situations. Je ziet steeds meer dezelfde uitkomsten, ongeacht design. Dan kan er wel sprake zijn van causaliteit.
    Ook als bijvoorbeeld de uitkomst of heel veel groter wordt of heel veel kleiner, dus het valt de ene kant op of de andere, dan is er sprake van causaliteit.
     
    Reversibility – When cause is eliminated, the effect disappears. Verminderde blootstelling gevolgd door lagere ziekten. Vaak heb je meerdere variabelen die tot een ziekte uiten, dus 1 effect omkeerbaar maken, zorgt niet altijd ervoor dat de causaliteit verdwijnt.
     
    Specificity - Analogy – Coherence: deze worden ook nog beschreven in Flecther, maar deze zijn beperkt voor het beoordelen van causaliteit. Je hebt namelijk niet één specificiteit en analogy lijkt beperkt door verzinnen en coherence is hetzelfde als biologic plausible. 

    Rapporteer Plaats commentaar