Noem de 6 punten van het mensbeeld waarvan de biologische psychologie is te typeren.

1. Mensen zijn het product van een langdurige evolutionaire geschiedenis. Gedrag van mensen kan begrijpelijk gemaakt worden door het  te plaatsen binnen de evolutie. Gedragsmogelijkheden hebben zich ontwikkeld doordat mensen, net als andere organismen, zich voortdurend hebben aangepast aan wijzigende omstandigheden. Deze gedragsmogelijkheden zijn genetisch vastgelegd.
2. De mens is een beschreven blad en geen tabula rasa (behavioristen). Al bij de conceptie wordt de erfelijke bagage van een mens vastgelegd. Deze bepaalt of beïnvloedt - daarover lopen de opvattingen uiteen- de gedragsmogelijkheden van een mens.
3. Op persoonlijk niveau onderkent de biologische psychologie de invloed van de individuele geschiedenis. Een kind heeft biologisch gezien minder mogelijkheden dan een volwassene. Het lichaam en het centrale zenuwstelsel zijn bij een (jong) kind nog niet uitgerijpt.
4. Zoals nog zal blijken is de mens geen baas in eigen brein. Het overgrote deel van ons gedrag verloopt onbewust, buiten onze wil om. De psychoanalyse en de moderne cognitieve psychologie worden op dit punt ondersteund.
5. Aan een mens kan geknutseld worden. (vergelijking met een speelgoedauto) De mens is geen persoon maar een ding. Gedrag van mensen wordt in deze visie geheel bepaald door fysische en chemische processen, net zoals de speelgoedauto door zijn radertjes wordt voortbewogen. Dit beeld heeft niet alleen bij wetenschappers maar ook bij gewone mensen wortel geschoten. De uitspraak er zit een draadje bij hem los verwijst hiernaar.
6. Als de mens functioneert  als een speelgoedauto dan komt het gedrag niet voort uit de wil van een persoon. Hij is niet verantwoordelijk voor zijn gedrag. Alle gedrag wordt uiteindelijk  bepaald door de eigenschappen van het organisme dat het gedrag vertoont.