Noem de 6 faseovergangen en wanneer het gebeurt.

  • 1. smelten, vast --> vloeibaar

    2. stollen, vloeibaar --> vast

    3. verdampen, vloeibaar --> gas

    4. condenseren, gas --> vloeibaar

    5. rijpen, gas --> vast

    6. sublimeren, vast --> gas

    Rapporteer Plaats commentaar