Noem de 5 soorten parameters die werken volgens het referentieconcept en leg ervan -behalve typeparameters-  het mechanisme uit.

Constant parameter
Hierbij moet het argument een waarde zijn. De formele parameter wordt gebonden aan de argument waarde gedurende dat de procedure actief is. Dus elke inspectie van de formele parameter is eigenlijk een indirecte inspectie van de argument waarde.

Variabele parameter
Hierbij moet het argument een waarde zijn. De formeel parameter wordt gebonden aan de variabele van het argument gedurende dat de procedure actief is. Dus een inspectie van de formele parameter is eigenlijk een indirecte inspectie van de variabele van het argument

Procedure parameter
Hierbij moet het argument een procedure zijn. de formele parameter wordt gebonden aan het argument van de procedure gedurende dat de procedure actief is. Dus een aanroep naar de formele parameter is eigenlijk indirecte aanroep naar de procedures argument

Name-parameter

Type-parameter   
Type parameters wijken af van de parameters die we in deze leereenheid bespreken. Een typeparameter dient niet voor het doorgeven van een waarde aan een abstractie, maar voor het doorgeven van een type.