Noem de 5 lagen uit het epidermis en benoem hierbij de bouw, functie en eventuele bijzonderheden.

1. Stratum basale:
Ligging: diepst gelegen laag van de epidermis. De cellen liggen verankerd aan de basaalmembraan, een dun laagje bindweefsel dat de epidermis van de dermis scheidt.
Functie: continu aanmaken van nieuwe opperhuidcellen en hele van de huid.
Bevat ook: melanocyten (pigmentcellen) grote cellen met veel uitlopers. Zij geven het pigment af aan het stratum spinosum. teveel celdeling kan leiden tot een melanoom
2. Stratum spinosumBouw:bestaan uit cellen die via uitsteeksels (spin) verbindingen hebben met hun naburige cellen
Functie: stevigheid en bij beschadiging kan het nieuwe epidermiscellen vormen. Dit gebeurt onder invloed van het ter plaatse geproduceerde hormoon: Histamine
3. Stratum granulosum
Bouw: opgebouwd uit 1 tot 5 lagen cellen. De cellen zijn al wat afgeplat en bevatte doorzichtige granulae
Functie: granulae worden later gebruikt bij vorming van keratine (hoornstof)
4. Stratum lucidum
Bouw: de cellen zijn vrijwel plat en bevatten nog kleurloze voorstadium van kreatine. De cellen zijn bezig met afsterven
5. Stratum corneum
Bouw: 15 tot 20 lagen platte dode cellen vol kreatine. Deze argestorven cellen vormen een schilferige laag en wordt bij mechaminsche invloeden afgesleten. De huidschilfers laten los en er komen weer nieuwe door de laag eronder.