Noem de 5 assortimentsdimensies, en beschrijf deze.
1. Assortimentsbreedte: He meer verschillende productgroepen, hoe, hoe breder het assortiment is.
2. Assortimentsdiepte: Aantal productvariaties of merken binnen een productgroep. Bijvoorbeeld de kaaswinkel heeft een dieper assortiment dan de supermarkt.
3. Assortimentshoogte: Ongewogen prijsgemiddelde, lidl vs ah
4. Assortimentslengte Betreft het aan aantal producten in het assortiment van de organisatie.
5. Assortimentsconsistentie: De mate waarin verschillende productgroepen verband met elkaar houden. Bijvoorbeeld, bij kleding ook schoenen aanbieden.