1. Hierbij reageren de afnemers sterk op een ''kleine'' prijsverandering. De vraag veranderd meer dan de prijs verandering. De prijselasticiteit van de vraag is kleiner dan -1. BV. Bureaustoel.
2. Hierbij reageren afnemers beperkt bij grote prijsveranderingen. De vraag veranderd minder dan de prijs verandering. BV. zout
3. Een prijswijziging heeft oneindig veel invloed op de vraag. De prijselasticiteit is oneindig. Bijvoorbeeld, iPhone die 15 euro kost.
4 Een prijsweiziging heeft totaal geen invloed op de vraag. De prijselasticiteit is 0. BV. Medicijnen