1. kern (wit) interactie tussen pat. en zorgverlener 2. 1e ring (Li-geel), inpassen ziekte in het leven, ondersteuning van zorgverlener 3. 2e ring (li-groen), regie die de patiënt zelf neemt, zoals eigen aandeel, leven met de ziekte, ervaringskennis en relatie met zorgverlener 4. buitenste ring (groen), omgevingsfactoren en randvoorwaarden die invloed uitoefenen op zelfmanagement.