Noem de 4 rechtsbronnen en de eventuele 5e en leg die uit.
1. de wet
2. het verdrag
3. de jurisprudentie
4. de gewoonte
(5. rechtsbeginselen: deze vinden in toenemende mate
erkenning, omdat bijvoorbeeld juristen ook onderzoeken naar de
aanvaardbaarheid en plaats van het recht van wettelijke
regels.)