Noem de 4 niveaus psychosociaal functioneren en leg ze uit.

  • ·Individuele personen
    aspecten zijn o.a. gevoelend, houding ten opzichte van mensen en dingen, persoonlijke ervaringen, gedrag, zelfbeeld, identiteit, ambitie, overtuigingen, behoeften en verlangens
    ·Groepen
    dit zijn een verzameling mensen die elkaar kennen, met elkaar omgaan en die herkenbaar zijn als bij elkaar horend. Bv, echtparen, gezinnen, teams, klassen enz. psychosociale verschijnselen zijn: jaloezie, communicatie, vriendschap, besluitvorming, onderlinge vertrouwen enz.
    ·Organisaties
    bestaat uit individuen en groepen. Organisatie is anoniemer dan een groep. Communicatie is formeel. Vb. organisaties: ziekenhuizen, fabrieken, scholen, kerkgemeenten en sportverenigingen. Psychosociale zaken: hiërarchie, belangentegenstellingen, besluitvormingsprocedures, geschreven regels en formele posities.
    ·Grotere samenlevingsverbanden
    grote, doorgaans anonieme verzameling mensen die een of ander gemeenschappelijk kenmerk hebben. Samenstelling wisselt constant. Maatschappelijke normen en waarden spelen een rol en er is veelal een eigen (sub)cultuur. Communicatie is en anoniem en vaak via massamedia. Er zijn wetten en andere regels die gedrag regelen, we komen op het gebied van politiek en overheid. 

    Rapporteer Plaats commentaar