Noem de 4 diagnostische kenmerken van de depersonalisatiestoornis

    1. Terugkerende of aanhoudende ervaringen van depersonalisatie die zich kenmerken door gevoelens van losgekoppeld zijn van de eigen mentale processen of het eigen lichaam, alsof men zichzelf van buitenaf observeert. De betrokkene kan het gevoel hebben dat hij droomt
    2. Tijdens de toestand van de depersonalisatie blijft het realiteitsbesef intact (kan werkelijkheid van onwerkelijkheid onderscheiden)
    3. De ervaring van depersonalisatie veroorzaakt significante persoonlijke distress of belemmert de betrokkene op een meer of belangrijke levensgebieden, zoals in de sociale contacten.
    4. De ervaring van depersonalisatie kunnen niet in verband worden gebracht met andere stoornissen of de effecten van medicijnen, middelen of een lichamelijke aandoening.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • 1. Terugkerende of aanhoudende ervaringen van depersonalisatie die zich kenmerken door gevoelens van losgekoppeld zijn van de eigen mentale processen of het eigen lichaam, alsof men zichzelf van buitenaf observeert. De betrokkene kan het gevoel hebben dat hij droomt
    2. Tijdens de toestand van de depersonalisatie blijft het realiteitsbesef intact (kan werkelijkheid van onwerkelijkheid onderscheiden)
    3. De ervaring van depersonalisatie veroorzaakt significante persoonlijke distress of belemmert de betrokkene op een meer of belangrijke levensgebieden, zoals in de sociale contacten.
    4. De ervaring van depersonalisatie kunnen niet in verband worden gebracht met andere stoornissen of de effecten van medicijnen, middelen of een lichamelijke aandoening.

    Rapporteer Plaats commentaar

  • Depersonalisatie: gevoelens van onwerkelijkheid over zichzelf of het eigen lichaam, of daarvan losgekoppeld zijn. Derealisatie: gevoel van onwerkelijkheid over de omgeving.
    1. Terugkerende of aanhoudende ervaringen van depersonalisatie die zich kenmerken door gevoelens van losgekoppeld zijn van de eigen mentale processen of het eigen lichaam, alsof men zichzelf van buitenaf observeert. De betrokkene kan het gevoel hebben dat hij droomt
    2. Tijdens de toestand van de depersonalisatie blijft het realiteitsbesef intact (kan werkelijkheid van onwerkelijkheid onderscheiden)
    3. De ervaring van depersonalisatie veroorzaakt significante persoonlijke distress of belemmert de betrokkene op een meer of belangrijke levensgebieden, zoals in de sociale contacten.
    4. De ervaring van depersonalisatie kunnen niet in verband worden gebracht met andere stoornissen of de effecten van medicijnen, middelen of een lichamelijke aandoening.


    Circa de helft van alle volwassenen ervaart korte episodes van depersonalisatie, meestal in tijden van extreme stress. B.v. een tandartsbezoek waarbij je aan andere dingen denkt tijdens het boren. Depersonalisatie wordt pas pathologisch als je dissocieert terwijl er geen reden voor is of als je het niet kunt stoppen.

    Rapporteer Plaats commentaar