Noem de 4 belangrijkste klinische kenmerken van schizofrenie. A - 2 of meer van de volgende kenmerken moeten grote tijd gedurende een periode van 1 maand aanwezig zijn: 1. wanen 2. hallucinaties 3. onsamenhangende spraak 4. negatieve kenmerken (bijvoorbeeld vlak effect)
B - Functioneren op gebieden zoals sociale relaties, werk of verzorging is opvallend afgenomen. Als de stoornis tijdens de jeugd of adolescentie ontstaat, wordt het verwachte niveau van sociale ontwikkeling niet bereikt.
C - Ten minste 6 maanden zijn voortdurend symptomen opgetreden. Hierin zit een actieve fase van minimaal 1 maand met psychotische symptomen.
D - De stoornis kan niet aan de effecten van een middel of medicatie worden toegeschreven.