Noem de 4 aspecten van de diffusiesnelheid?

  • Concentratieverschil:
    Voor een goede ademhaling is het belangrijk dat het verschil in concentratie aan weerszijden van de wand van de alveoli zo groot mogelijk. De diffusiesnelheid neemt toe als het verschil in concentratie aan weerszijden van het membraan toeneemt.
    Membraanoppervlak:
    De diffusiesnelheid neemt ook toe als het totale oppervlak van de alveolaire membranen toeneemt. Om de gaswisseling in voldoende mate te laten plaatsvinden moet het totale gasuitwisselingsoppervlak in de longen bijzonder groot zijn. Bij de ziekte longemfyseem is dit oppervlak afgenomen, zodat er minder zuurstof en koolstofdioxide kan uitwisselen.
    Membraandikte:
    De diffusiesnelheid neemt af als de afstand waarover de gassen diffunderen toeneemt. Bij longoedeem is er weefselvocht in de alveoli gekomen. Hierdoor neemt de diffusieafstand toe en wordt de diffusiesnelheid kleiner.
    Diffusieconstante:
    De diffusieconstante hangt onder andere af van de doorlaatbaarheid van het membraan en van de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur is, hoe sneller gassen diffunderen. Bij neusademhaling is de temperatuur van de lucht in de luchtpijp onder alle omstandigheden gelijk aan de lichaamstemperatuur. Bij ademhaling door de mond is dat niet altijd het geval. Tijdens inspanning in een koude omgeving kan de temperatuur van de inademingslucht zover zijn gedaald dat er krampen in de luchtpijp optreden.

    Rapporteer Plaats commentaar